Mensen met een psychische kwetsbaarheid kunnen voor de vraag komen te staan: hoe open wil en kan ik zijn? Wat laat ik zien van mezelf aan collega's, tijdens een sollicitatie, in gesprekken met vrienden, buren, familie? En raak ik er verder mee van huis, of juist dichterbij?
Begin dit jaar ontmoette ik een man. Een leuke man. We spraken regelmatig wat af: gingen uit eten, bezochten een tentoonstelling, maakten een fietstochtje. De aantrekkingskracht groeide. En ja, wat vertel je dan over jezelf?
Als ervaringsdeskundig ambassadeur van het Fonds Psychische Gezondheid zet ik mij in voor openheid. Iedereen krijgt- hetzij zelf, hetzij in zijn omgeving - te maken met psychische vraagstukken. Het is dus belangrijk dat we ophouden te doen alsof ze niet bestaan.
Toch zag ik er tegenop het onderwerp ter sprake te brengen. Bang voor onbegrip, zielig gevonden te worden of nog erger: afwijzing. Waar kwamen die angsten vandaan?
Ik ging op intern onderzoek en stuitte op een laag die - toegegeven - psychische kwetsbaarheid zelf ook geen positief uithangbord vindt. Een diepgelegen deel in mij van schaamte en zelfafwijzing. Daar waar het aangepaste kind woont dat om te overleven, geleerd heeft geen last te veroorzaken. Tegelijkertijd is er het vrije kind dat behoefte heeft aan zichzelf zijn met alles erop en eraan, verlangend naar echt contact.
Een tegenstelling die me voor een flinke uitdaging plaatste. Durfde ik mij kwetsbaar op te stellen? 'Practice what you preach', zoemde het in mijn hoofd. Want een ding was me duidelijk: iets over mijn weerbarstig stemmingsleven zou op tafel moeten komen. Uit principe. Uit eerlijkheid. Als voorwaarde voor verbinding. En zo overwon ik mijzelf, in misschien wel het teerste deel van ons menszijn: de liefde.
Hij luisterde. Bleef rustig onder mijn verhaal. Gaf geen oordeel. Hij leek het aan te nemen als gewoon een onderdeel van mijn bestaan; zoals we allemaal zo onze onderdelen hebben.
En ik? Ik brak niet in duizend stukjes. Loste niet op in het luchtledige. Integendeel. Ik voelde me sterk, alsof ik eigenhandig een berg had verplaatst. Geroerd was ik ook; geaccepteerd te worden in een deel dat ik bij tijd en wijle zelf nog moeilijk te aanvaarden vind. Ik raakte die avond dichter bij huis.
Beeld: 'shelter my heart' door Melissa Jonker